Vreemde waarheden over samenwerken

de eerste tien

Peter Schuttevaar

Vreemde waarheden over samenwerken

de eerste tien

nummer 10: Samenwerken is (een vorm van) groepsgedrag. Mensen zijn sociale wezens dus tonen we van nature groepsgedrag. Waarom moet samenwerking dan vaak tegen de klippen op bevochten worden?

nummer 9: Piano 'spelen' voelt niet aan als werken. Toch moet je het professioneel beoefenen om ook buiten de eigen huiselijke kring enige indruk te maken. Samen 'iets doen' voelt ook niet als als werken. Toch heb je een professionele aanpak nodig zodra de samenwerking de eigen organisatie overstijgt.

nummer 8: Heb je er net een paar jaar over gedaan om een mooi gezamenlijk plan te maken. Heb je je vooral niet laten hinderen door factoren van haalbaarheid en zo, omdat dat de verbeelding nogal afremt. Dan blijkt ‘ineens’ dat het onbetaalbaar is.

nummer 7: Waar meningen uiteen lopen tracht menig manager met gedeelde normen en waarden een basis voor samenwerken te creëren. Helaas blijkt de kakafonie van normen en waarden nog lastiger te dirigeren dan die van de meningen.

nummer 6: Proces en middel zijn eveneens communicerende vaten: om processen uit te kunnen voeren heb je middelen nodig, maar bij het invoeren van middelen ontstaan ook weer andere processen. Wie is de kip en wie het ei?

nummer 5:De communicerende vaten van mens en doel: andere mensen creëren andere doelen, maar bij ander doelen moet je vaak ook weer andere mensen zoeken. Wie is de kip en wie het ei?

nummer 4: Menig manager wil zelf dynamisch zijn en beweging creëren. De samenwerkingsprofessional laat dat over aan de samenwerkingspartners en zoekt zelf vooral naar rust en evenwicht op de hoofdlijnen.

nummer 3: Wie een samenwerking met succes op gang brengt staat hem later vaak in de weg, namelijk als die samenwerking volwassen 'dreigt' te worden.

nummer 2: Bij groepen die te graag ergens in 'uit willen blinken' neemt de kwaliteit van de samenwerking meestal sterk af. Terwijl men als groep alleen door een hoge kwaliteit van samenwerken kan uitblinken.

nummer 1: De meeste deelnemers aan een samenwerking hebben een achterban. Soms staat een intensieve samenwerking van de deelnemers een effectieve samenwerking van hun achterbannen in de weg.